Wat er vooraf ging
24 Apr 20
door Ingrid Oostendorp
Wat er aan vooraf ging. Over de woongroep, de kunstacademie en het vertrek naar Moskou.

Woongroep |De Sint Josephstraat 11a|1980

De Sint Josephstraat 11A was begin jaren tachtig één van de vele krakersbolwerken die de stad Den Bosch toen telde. Het pand, een oud redemptoristenklooster, lag als dwarsstraat van de Hinthamerstraat verscholen in hartje centrum van de stad. De bewoners leefden er in een woongemeenschap: krakers, studenten, fotografen, journalisten, werklozen, kunstenaars enz. Allen kritisch denkend en maatschappelijk betrokken. Ze geloofden in het creëren van gelijke kansen voor iedereen, niet alleen in Nederland, maar in de hele wereld. Sommigen sloten zich aan bij het verzet in Guatemala, Nigaragua en El Salvador en vochten zij aan zij tegen de kapitalistische grootmachten.

De deur zwaait open en op de stoep staat een verlegen ogend meisje. Ze is gehuld in een zwarte cape en draagt een puntige zwarte hoed van vilt. Op haar kleding overal buttons waarop clown power te lezen staat. “Hallo, ik ben Ingrid Oostendorp en studeer aan de kunstacademie hier in Den Bosch en ik zoek woonruimte.”

 

Kunstacademie| De Lederstraat |1982

Aangestoken door het engagement van mijn medebewoners in de Sint Josephstraat 11A, stap ik op de door mijzelf rood-geel geschilderde fiets. Ik rijd de straat uit en sla rechtsaf de Hinthamerstraat in. In zigzaglijn tussen de winkelende Bosschenaren door fiets ik de Bossche Markt op. Midden op het plein toornt op een bescheiden sokkel het standbeeld van Jheronimus Bosch. Daar stop ik. Ik kijk naar hem op. Hij staat, in een lange mantel gehuld, met in zijn rechterhand een verfpalet en in zijn linkerhand een penseel. Hij kijkt over mij heen en ziet de wereld.

Mijn zwarte cape draag ik niet meer, maar heb ik verruild voor een zwart stoer jack met alleen nog veiligheidsspelden. Mijn lange sluike haren voor mijn gezicht zijn verdwenen. Korte stekels zijn ervoor in de plaats gekomen, maar van achteren zijn mijn haren in een lange vlecht gebonden.

Op de academie zijn alle ogen gericht op New York en Europa. Daar gebeurt het! De kunstenaars van de neo-expressionistische kunst, performance art, etc. kleuren de gedachtestroom van zowel docent als student. Wekelijks rinkelt een bel en worden alle studenten opgetrommeld om een performance bij te wonen.

Ik wil iets anders, ik wil ergens anders.

 

Surikov Instituut| Moskou|1984

De strijd is nimmer gestreden, ieder heeft zijn strijd. En waar strijd is, is een vijand.

De strijd die in 1984 gaande was, werd door George Orwell, schrijver van het boek1984, bestempeld als de Koude Oorlog. De kernwapenwedloop bepaalde die strijd. Een neutronenbom was in de maak en beloofde de wereld te verwoesten met slechts een enkele druk op de knop.

De kapitalistische wereld versus de communistische wereld. Individualisering versus collectivisering. Twee wereldbeelden naast elkaar, gescheiden door een zogenaamd ijzeren gordijn. Zowel Oost als West, hartstochtelijk overtuigd van hun eigen waarheid. Propaganda, bangmakerij over en weer waren onder andere wapens waarmee geschermd werd. De CIA bespiedde het Oostblok en de KGB het Westblok.

En waar een vijand is, is wantrouwen en waar wantrouwen is, is angst

Wantrouwen is mij niet vreemd. Ik ben ermee opgegroeid. De eeuwige waarschuwingen van mijn vader die als puber het jappenkamp overleefde, sloeg ik in de wind. Ik wilde naar de Sovjet Unie.

Gevoelstemperatuur: planetenafstand

Ik lees over de Russische revolutie, over de kunstenaars El Lissitsky, Malevich, Oorlog en vrede van Tolstoj, De idioot van Dostojewsky, de lichtvoetige verhalen van Tjechov en Schoppenvrouw van Poesjkin. Ik schrijf brieven naar het ministerie van onderwijs en wetenschappen, naar de Russische Ambassade, naar Karel van het Reve. Eind augustus ontvang ik dan eindelijk een studiebeurs, toegekend door de Sovjet Unie om te studeren aan het Surikov State Art Instituut in Moskou.

Op 23 september kom ik aan in de Kameraaddwarsstraat, gelegen in het roemruchte district Tagangka in Moskou. Voordat ik vertrok, knipte de kapper mijn vlecht af en schoor mijn achterhoofd in strepen. Een bontmuts op mijn hoofd, een winterjas van parachutestof. In Moskou is het die dag 21 graden celsius boven nul.

Gevoelstemperatuur: EUFORIE

 

More