In zijn talrijke, mysterieuze liedjes zingt en speelt hij op een ondefinieerbare ‘atonale’ manier met open onconventionele akkoordenstrukturen, die vagelijk grenzen aan een soort West-texaanse blues. Hij begeleidt zichzelf op gitaar of piano. Zijn poëtische teksten getuigen van een volstrekte en ongekende authenticiteit en autonomie, stralen eenzaamheid, doodsverlangen en vooral liefde uit.
Zijn weigering om ooit enig interview te doen of biografische gegevens te verstrekken, en zijn extreme anonimiteit hebben hem geleidelijk aan een cult-status opgeleverd. Tot voor kort wist niemand wie hij was of hoe hij eruitzag. Op vele albumcover-foto’s is een man te zien, die hij vermoedelijk zou kunnen zijn.
In 2004 trad hij opeens een keer op in Glasgow, Schotland, met een band. Dat was een sensatie voor de fans; een foto van dit concert ging een dag later tot grote verbazing en ongeloof van vele fans rond via het internet.
Sindsdien treedt Jandek sporadisch op, altijd onder de voorwaarde, dat niemand hem rond deze optredens kan ontmoeten. In Hasselt, kunstencentrum België, hadden wij hem voor het eerst zien optreden enkele jaren terug. Na dat concert heb ik een uurlang gezwegen, zo onder de indruk was ik. Contact met de man was toen onmogelijk. Van de bevriende organisatie hoorden we die avond dat Jandek zijn honorarium van E 1500,- had geweigerd met de woorden: “The money is not important”.
Het enige wat enkelen van Jandek ooit hebben kunnen optekenen, zijn vrij cryptische antwoorden op vragen, vaak in de ‘wij’ vorm.
Jan en ik zijn al vele jaren een enorme fan van Jandek. Hebben zelfs met hem gecorrespondeerd, naar aanleiding van zijn deelname aan onze non-foto expositie ‘I am a Camera’ in MU, Eindhoven in 2003, waarin we een tiental van zijn albumfoto’s presenteerden.
Vooral Jan, die alle albums van Jandek in bezit heeft, ook de vroege vinyl platen, is groot fan.
In de nacht van 19 op 20 september hebben wij tot diep in de nacht met deze Jandek biertjes aan de bar in Paradox gedronken…
Pas achteraf beseffen wij wat een zeldzaamheid dit geweest moet zijn. Onze vriend Phil Milstein, director van de Song Poem Archives, (die in juni 2010 in Extrapool en de PLAYER een performance-lezing komt geven in ‘mijn’ serie de Spreekselreeksen!), de eerste promotor ooit van Jandek, in the States, schreef ons nadien dat wij waarschijnlijk met dit schijnbaar gewone samenzijn, geschiedenis hebben geschreven.
Die avond..
zaten wij om 22:15 vooraan, zowat geplakt aan het podium in Paradox, met de spanning van een kind in het circus, te wachten tot hij op zou komen.
Hij kwam op; gedistingeerd gekleed in net pak, met zwart gepoetste schoenen, en gleufhoed, aktentas, beetje ouwelijk. En hij ging spelen, alleen achter de piano.
Jandek gaf een mooi intiem concert en zong teksten als: “You moved the paintings away, I thank you for that, they didn’t really move like I did when I danced the trance of death”
Een tekst als deze vond ik nog steeds uitzonderlijk, als van een geïsoleerd mens in de wereld. “Time, you took me, transplanted me, transformed me, transported me, I never stood by ground, I was always undefined”. ” there are friendly and innocent creatures out there to whom I don’t have to be afraid”. “I don’t want to be afraid of innocent characters”
Wat me opviel was dat de teksten minder eenzaam en naar de dood verlangend waren dan toen in Hasselt. Ze kwamen me ook als nieuw voor. Het was ontroerend en goed.
Na een uur was het voorbij en stapte Jandek stipt, met aktentas, van het podium af.
En was weg.
We gingen een half uurtje wat napraten met andere bezoekers en bekenden.
Ik zei: “die zien we niet meer…” wetend van Jandek’s striktheid in contact afhouden.
En toen kwam Jandek opeens terug de ruimte in. Het grootste deel van het publiek was al weg. Immers, op Incubate is veel te beleven en kun je dag en nacht doorgaan met hoppen van eventnaar event.
Jandek bestelde een biertje en ging bij de bar een beetje voor zich uit staan kijken.Ik keek wat langer om mezelf te overtuigen of ik het goed gezien had. Hij stond er nog.
“Jan!” zei ik. “Hij is in voor een praatje!”
We aarzelden, verlegen, (als echte fans) dit kon toch niet waar zijn, dat hij zo dichtbij was?
“Kom Jan”, zei ik, “en dat praatje maakt-ie met òns.”
Ik stapte resoluut op Jandek af en bedankte hem voor het mooie concert.
“Oh, thank you very much for coming”, zei hij, vriendelijk knikkend.
Ik zei: “did I hear new songs? did you write some recently?”
“yes” zei hij, “they are all new”.
Ik zei: “the one about the summer night, did you write it here in Tilburg?” (raadde ik zo maar)
Jandek: “Yes, I wrote it last thursday, look” en hij pakte een groot schrijfboek uit zijn tas en liet het me zien. Mooi, sterk handschrift.
Hij bleek al een week in Tilburg te zijn en er rond te hebben gelopen! Haha, geweldig.
Jan herinnerde hem aan zijn deelname aan onze expositie, vroeg of hij nog van onze correspondentie wist.
En een lang gesprek ontspon zich… over muziek, schrijven, het fenomeen Jandek (!), schilderen, Coca Cola, genetische manipulatie, rozen, honden, ons eigen werk- Jan’s jongste dochter Daphne, die aan de Tilburgse dansacademie studeert, stond bij ons, en vertelde ook over haar studie en dansen, wat erg leuk was, ook voor Jandek- maar we hadden ook vragen aan hem, hoe het kwam dat hij was gaan optreden voor publiek, en hoe het kwam dat hij contact aanging met het publiek, zoals nu met ons.
“I love people very much”, zei hij.
Hij was heel open in het beantwoorden van onze vragen.
Wij stonden ook niet te hijgen als een stelletje journalisten of blinde fans, maar hadden hem meer als vrienden, of collega’s die zijn werk goed kennen, benaderd; dat voelde hij en het stelde hem open en op zijn gemak. Op dit moment bood hij ons (het eerste) biertje aan, en zei “how nice this night was”. Dat zou hij later nog een paar keer herhalen.
Voor hem was deze ontmoeting, zoals hij zelf zei, “a very remarkable experience”.
Ik kan de nacht tot in detail beschrijven, maar ik kan zeggen dat het een warm, vertrouwelijk en vriendschappelijk samenzijn was, waarin Jandek veel over zichzelf vertelde (maar niet wou zeggen waar hij geboren was) en wij over onszelf, wat hij zeer waardeerde. Ik zei: “Jammer, ik had je graag mijn CD gegeven”.
Hij zei: ”You give me already a part of your life, that is a gift”.
Zijn keuze om met mensen te praten was een bewuste, een stap in zijn carrière of zoiets, en ik vind het wel mooi kloppen dat dat dan net met ons was. Hij moest om 6 uur een taxi hebben naar het vliegveld en we naderden dat tijdstip.
Het was tijd om “goodbye” te zeggen.
We liepen samen naar buiten. De barkeeper had nog gezegd tegen hem, vergezeld van een gratis aangeboden laatste biertje voor ‘de Artiest’: “You’re a good boy, you!” wat heel grappig was.
En in de nachtelijke straat zei ik: ”Jandek, hier geven we elkaar 3 kussen bij het afscheid” en ik knuffelde hem nog eens extra and he hugged back. Hij zei tegen ons: ‘”let’s keep in touch” en verdween in de nacht…
Achteraf was Jan een beetje teleurgesteld over de ontmoeting. Als je zo lang een muzikant koestert die onbereikbaar is, zo helemaal een mysterie en dan opeens zo’n ‘gewone’ ontmoeting hebt, dan zal deze nooit meer het mysterie zijn dat hij ooit was.
“Toch” zegt Jan, “blijft er genoeg mysterie over.” Zijn laatste album zal misschien wel vervolgd worden door het 61eof 62eof 65een gaan heten: “Tilburg Saturday LIVE”.
Incubate Paradox,Tilburg 19 september 2009. Dit artikel werd eerder gepubliceerd op 19 september 2009 in ‘De Kantlijn, Kunstjournaal uit de Zuidelijke Nederlanden’ in Danielle’s eigen rubriek over muziek en performances ‘Het Levende Zuiden’